29/08/2009

Massif du Canigou


Dag 45 tot 48 - 22 tot 25 augustus - Massif du Canigou (Pyreneeën 3)

No one can give me anything and no one can take anything away from me because I Am One with All Things.

De zaterdagmarkt van St Girons is bekend als de drukste en gezelligste in de Ariège en tot ver daarbuiten. Het is een bonte mengelmoes van allerlei kleurige kraampjes, waaruit soms vreemde geuren en klanken opstijgen en waartussen honderden toeristen en inwoners rondslenteren. Vanuit de omliggende bergflanken dalen iedere week kunstenaars, overjaarse hippies en kleine kwekers af naar de stad waar ze hun artisanale producten aanbieden. Zelfgebakken brood, geitenkaas, biogroenten, oosterse kledij, juwelen, mineralen, etnische muziekinstrumenten, originele geschenken, lederwaren, boeken, noem maar op, het ligt er allemaal, aanlokkelijk uitgestald tussen eetkraampjes, straatartiesten, muzikanten en de shiatsu massagetent. Kortom, een gezellige boel, maar wel erg druk bezocht in de zomer. Na de rust van de bergen is deze mensenmassa mij toch vlug te veel. Ik koop wat groenten, ga een uurtje internetten in het cybercafé en vertrek dan opnieuw...richting Pyreneeën.



Diep naar het zuiden, naar ski- en kuuroord Ax-les-Thermes en steeds hoger nu tot in Pas de la Casa, het eerste stadje in Andorra, vlak over de grens met Frankrijk. Een vreemd landje, Andorra, 2000 meter hoog, ongeveer de grootte van een Belgische provincie en een waar paradijs voor koopverslaafden. Er is één lange hoofdstraat die het land doorkruist en vol staat met honderden winkels, restaurants en hotels. In de winter gaan de skipistes open, in de zomer loopt het vol toeristen die taksvrije sigaretten, alcohol, benzine en allerlei andere stuff en materie kopen. Het is één groot shopping center en de onderdompeling in dit decadente consumptiegebeuren veroorzaakt bijna een shock. Wat doe ik hier eigenlijk?




Vlug terug naar Frankrijk. Mijn rondrit in deze streken is eigenlijk ook een verkenningstocht om natuur, cultuur, klimaat en mensen te ervaren. Want wie overweegt om hier te komen wonen, kan best vooraf toch wat op onderzoek trekken. Dit land heette vroeger Occitanië. Na de inlijving bij Frankrijk werden andere namen gekozen zoals Languedoc-Roussillion, de provincie die onder meer ook de twee Katharen departementen Aude en Ariège omvat. Onder de Aude ligt nog een ander klein departementje: Pyrènèes-Orientales, het meest zuidoostelijke stukje van Frankrijk, met Perpignan als hoofdstad. Daar rijd ik nu doorheen op weg naar Prades en het Massif du Canigou. Dit gebied wordt ook wel de Catalaanse Pyreneeën genoemd, omdat het grenst aan Catalonië in Spanje. Vele namen van de dorpen klinken dan ook Catalaans en de omgeving oogt iets ruwer en schraler en meer bergachtig dan in de Aude. Ik overnacht op de camping in Prades en rij de volgende morgen naar Castell, midden in het bergmassief van Canigou, om de adbij van St Martin te bezoeken. Boven op de top van een rots, tegen de bergwand geplakt, ligt deze imposante en volledig gerestaureerde abdij uit de 11de eeuw. Lange tijd bewoond door de Benedictijnen maar in de 18de eeuw verlaten wegens te weinig monniken, waarna de gebouwen geplunderd werden. Nu wonen er opnieuw religieuzen die onder meer langstrekkende pelgrims herbergen (er loopt hier een route naar Santiago de Compostella). De regel der Benedictijnen is bidden en werken (ora et labora), een langzaam leven in stilte volgens een strikte dagindeling waarin gebed, meditatie en bijbelstudie afgewisseld worden met intellectuele- en handenarbeid. Een streng spiritueel pad wat in onze tijd steeds minder mensen roept. Nochtans vind ik bvb. het zevenvoudig pad van Fransicus van Assisi nog altijd inspirerend genoeg voor onze tijd.

Het zevenvoudige pad

Ik buig in liefde en dankbaarheid voor het mysterie en ik open mijn hart vol mededogen voor al wat leeft.
Ik zie alle schepselen als mijn broeders en zusters en ik draag ze zoals ik zelf gedragen zou willen worden.
In overgave vind ik vrede en ongewapend ga ik de weg. Vrede wens ik vriend en vijand.
Niets en niemand eigen ik mij toe; ik leef eenvoudig en alles wordt mij geschonken.
Ieders dienaar ben ik, niemands slaaf; zo geef ik gehoor aan mijn roeping.
Belangeloos ga ik om met de mensen, in ieder groet ik het licht.
In vreugde leef ik dit leven, om mijn lippen zomaar een glimlach.


Het weer is omgeslagen naar regenachtig met donder en bliksem, dus ik stel mijn wandeling naar de prachtige Pic du Canigou uit tot een volgende keer. Ik rij nog even verder richting Middellandse zee om daar in de buurt een mogelijk terrein te bezoeken (helaas niet interessant), en keer dan terug naar de Aude en de stille rust van St Benoit. Op de terugweg zie ik boven op een rotspiek een vervallen burcht liggen, als een adelaarsnest tussen de wolken, en nieuwsgierig maak ik een kleine omweg om dichterbij te kijken. Het blijkt één van de beroemde Katharen kastelen te zijn (Quéribus). Een lange steile weg (helling van 17%) kronkelt er naar toe, maar het loont de moeite want boven is het uitzicht wonderbaarlijk. Rondom rond zie je kilometers ver de meest magnifieke panorama’s. Telkens weer sta ik versteld hoe al die kastelen helemaal boven op een bergtop werden gebouwd. Een sterk staaltje van bouwkunst en mankracht. Nu, de redenen zijn wel duidelijk: het zijn ideale wachtposten die vijandelijke legers van mijlenver over de vlaktes zien aankomen en ook quasi onneembare burchten die gebieden en landen beschermen.

Zo, mijn zevendaagse rondrit door het oostelijk deel van de Pyreneeën zit er op. Zonder twijfel is de Ariège, en dan vooral het berggebied daar, indrukwekkend en onvergetelijk mooi. Maar ook de Aude bezit enkele bijzondere plekjes. Het is ook duidelijk dat in Katharenland nog heel veel valt te ontdekken, te bezichtigen, te voelen en te bewonderen, maar dat komt wel op een ander moment, waar ik nu al verlangend naar uitkijk.

Wel, donder en bliksem zijn in de bergen hele spectaculaire klank- en lichtfestijnen, heb ik aan de lijve mogen ondervinden. Maar gelukkig wist ik wat te doen. Zingen natuurlijk!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten