21/09/2013

Bagnères-de-Luchon

Dit is deel 10 van 12 van het reisverslag naar Zuid Europa tijdens de zomer van 2013.


De Fransen staan bekend als chauvinistisch en trots op hun taal, cultuur en land. En gelijk hebben ze. Ze zorgen heel goed voor hun patrimonium en dat zie je ook als je de Franse natuur verkent. Bijna een derde van het Franse grondgebied bestaat uit bos en dat willen ze ook zo houden. De mooie plekjes zijn dan ook niet te tellen. Wat een verschil met Vlaanderen waar de natuur steeds moet wijken voor industriezones, verkavelingen en shoppingcentra. Ik woonde jarenlang op 5 minuten van het Lappersbos in Brugge. Niettegenstaande betogingen, petities en een 2 jaar durende bezetting (!) van het bos door moedige jongeren, werden de prachtige bomen toch omgehakt om plaats te maken voor de betonnen blokkendozen die ze dan industriezone noemen. Er wordt niet geluisterd naar de stem van het volk, de incompetente sukkels die dit land besturen kiezen altijd voor macht, geld en groei, helaas ten koste van zuivere lucht, helder water, helende natuur en levensnoodzakelijk bos. Hoe anders is het in Frankrijk, waar het patrimonium (zowel gebouwen, pittoreske dorpjes als de natuur) zo goed mogelijk beschermd en bewaard worden, waardoor Frankrijk ook een topbestemming blijft voor toeristen.

Lac d'Oô
Een beslissing dringt zich op. Ik had nog bezoekjes gepland in Spanje en Portugal, maar verschillende overwegingen nopen mij de reisplannen te wijzigen. Mijn reisgeld is op, de dagen worden korter, de avonden en nachten kouder en mijn camper heeft wat herstellingen nodig (banden, remschijven, carrosserie,...) wil ik nog enkele duizenden km rijden. Ik besluit om rustig aan terug te keren en onderweg naar België nog wat mensen te bezoeken. Spanje en Portugal kan ik ook altijd volgend jaar bereizen, wellicht met een wagen in betere conditie. Maar eerst nog even verder de Pyreneeën verkennen, ik kan het niet laten. Naast de Ariège ligt de Haute-Garonne en daarnaast de Hautes-Pyrénées, twee departementen die ik nog nooit heb bezocht. Via St Gaudens rij ik naar Bagnères-de-Luchon, een bekend ski- en kuuroord gelegen midden de Pyreneeën op 10 km van Spanje en ook gekend als de 'koningin der Pyreneeën'. Daar zijn vele prachtige wandelingen te maken, naar meren, cols, bergflanken en watervallen. Het is, sinds de Romeinse tijd, ook een bekend kuuroord en inderdaad, aan het einde van de lange en brede boulevard vol winkeltjes staan de thermen, een groot complex waar vele zieke mensen zich komen laten behandelen. Als eerste wandeling kies ik het Lac d'Oô en het hoger gelegen Lac d'Espingo. Een mooie tocht van 6 uur. Er zijn nog 3 meren verder en hoger de berg op, waaronder het Lac Glacé wat altijd bevroren is, maar dit haal ik niet op 1 dag.

Terug bij de camper zie ik dat de voorband volledig versleten is (de ijzerdraad is reeds zichtbaar). Ik besluit naar een garage te rijden en de prijs voor 2 nieuwe banden te vragen. De eerste garage dicht bij Luchon vraagt 246 euro en de banden moeten besteld worden en komen pas overmorgen toe. Ik vind het wat duur en rij 30 km verder naar een andere garage waar de prijs 188 euro en, wat meer is, ze hebben de banden ook in stock en kunnen ze dadelijk vervangen. Na een uurtje wachten, rij ik met 2 splinternieuwe banden terug naar Luchon, want deze regio heeft nog meer moois in petto. In de garage stelden ze wel vast dat de overbrenging van het stuurwiel naar de voorwielen ook aan herstelling toe is, kostprijs zou 274 euro zijn. Ik twijfel even, maar wil voorlopig geen extra kosten meer maken.
Nog voor het donker bereik ik de tijdelijke parking op het einde van de Vallée du Lys. De 'normale' parking enkele kilometer verderop is namelijk samen met de herberg en de brug op 18 juni gedeeltelijk weggespoeld door een rotslawine. Ja, de bergen kunnen gevaarlijk zijn en trouwens, overal hier in de streek zie je beschadigingen aan de smalle wegen door de winter en lente lawines. Er is zelfs een petitie gestart om de gemeente aan te sporen snel herstellingen uit te voeren, nog voor het drukke skiseizoen begint.

Lac Vert
De volgende dag een pittige wandeling van 6 uur (categorie 3, sportief) langs tientallen watervallen naar Lac Vert (2001 m), hoog in de Pyreneeën op een boogscheut van Spanje. Schitterend en weergaloos. Nu de scholen terug begonnen zijn, ontmoet je veel minder wandelaars. Het zijn nu meestal de gepensioneerden die op pad zijn met camper of auto en die de bergpaden beklauteren, altijd goed uitgerust met wandelstokken, bergschoenen, eten, drinken, regenkledij, rugzak, gsm in geval van nood,...Zelf hou ik het op een short, t-shirt, fototoestel en mijn allstar kickers, meer niet. Helaas ben ik mijn goeie bergbottines thuis vergeten, maar het lukt me wel met de kickers, alleen oppassen wanneer het bos- of bergpad door een waterstroom gekruist wordt en vol glibberige stenen ligt. En natuurlijk doe ik geen gekke dingen. Sommigen trekken voor verschillende dagen de bergen in en dan heb je allerlei uitrusting nodig natuurlijk. Anderen doen de moeilijke wandelingen (categorie 4) en bereiden zich goed voor want het weer kan in de bergen in enkele minuten omslaan van zonnig naar gietende regen. Ook de mist is gevaarlijk, op korte tijd zie je niks meer en kun je makkelijk verkeerd stappen.

Na de wandeling rij ik naar Superbagnères, het skistation bij uitstek. Een weg vol haarspeldbochten en een helling van meer dan 10%, mijn campertje zwoegt zich moeizaam in 2de versnelling naar boven, maar het lukt. Het uitzicht is prachtig. In de winter moet dit een waar skiparadijs zijn, de hellingen liggen er nu groen bij, maar besneeuwd bieden ze zowel zachte als sterke glooiingen voor de skifanaten. Zelf spreekt het skiën mij niet zo aan, te koud en te veel hoogtes en valpartijen. Nochtans wandel ik supergraag in de bergen, en hoewel ik een milde vorm van hoogtevrees heb, maak ik ieder jaar (al 10 jaar lang) vele bergwandelingen. Die hoogtevrees merk ik opnieuw de volgende dag. Na Superbagnères (erg koud en veel wind zo boven op de berg), rij ik 15 km verder naar Hospice de France, al sinds het jaar 1200 een rustplaats voor pelgrims (naar Compostella) en tegenwoordig een vertrekpunt voor tal van wandelingen, waaronder ook een poort naar Spanje. Opnieuw een flink stijgende weg met vele bochten waar mijn campertje erg warm van loopt. In de winter zijn veel passen, wegen en cols gesloten want bij sneeuw of ijzel raak je hier gewoon niet op.

De slingerende weg naar Port de Venasque
Het gebouw beneden is Hospice, het vertrekpunt
In Hospice de France zijn verschillende wandelingen mogelijk. Na een welverdiende nachtrust begin ik de beklimming (een categorie 4 wandeling, 'tres sportif') naar de Port de Vénasque, een van de smalle doorgangen naar Spanje en reeds eeuwenlang in gebruik voor al wie de grens wil oversteken (en waar ook al veel slachtoffers zijn gevallen). Over de Pyreneeën van Luchon naar Benasque (het eerste Spaanse stadje) is ongeveer 34 km, haalbaar in 2 dagen, en vanaf Hospice zelfs in 1 dag. Het is flink klimmen, maar de conditie is goed en na 3 uur bereik ik de 4 meren (Boums du Port, zie foto boven dit bericht).

Hier durf ik niet over klimmen
(onder mij is een afgrond van 1000 meter).

Nu nog een halfuurtje naar de doorgang, maar de laatste meters zijn erg steil naar boven klimmen over de rotsen, met onder mij de gapende afgrond. Ik riskeer het niet met mijn kickers en mijn hoogtevrees en keer terug naar beneden. Blijkbaar heeft een lawine de doorgang wat afgeblokt, want volgens internet is de poort goed door te wandelen. En het zicht eenmaal je de poort door bent, is weergaloos, namelijk de majestueuze Pic d'Aneto (hier een foto). Jammer, maar het zal voor een volgende keer zijn. Toch is de Port de Vénasque het hoogste punt wat ik tijdens deze reis beklim, althans tot op 5 meter van de top (namelijk 2448 m). In Hospice neem ik een douche en rij terug naar Luchon om wat boodschappen te doen en een rustdag in te lassen. Voor het slapen gaan kijk ik naar het waargebeurde 'The Way Back' van Peter Weir over 8 gevangenen die tijdens het regime van Stalin ontvluchten uit een Siberisch werkkamp en 6500 km te voet door de barre wildernis van Mongolië, China en Tibet trekken om vrijheid in India te vinden. Slechts 3 komen ook levend aan na een uitputtende tocht zonder uitrusting of voorraad door woestijnen, steppen en over de Himalaya. Respect!

Luchon is zeker een aanrader, zowel tijdens de zomer als gedurende de winter. Er is voor elk wat wils en de omgeving is adembenemend schitterend. Tip: koop misschien een goed boek waarin de mooiste wandelingen aangegeven staan, want de kaart die het toerismebureau meegeeft is erg rudimentair en beperkt. Ik krijg er blijkbaar ook niet genoeg van en verken nog een volgende vallei: Vallée d'Oueil. Eerst naar het erg afgelegen bergdorpje Bourg d'Oueil met de camper en vandaar te voet naar Port de Pierrefite (1855 m), de doorgang over de bergen naar het aangrenzende departement Hautes-Pyrénées. Helaas, hoe hoger ik kom, hoe dikker de mist en eenmaal op de col zie ik geen fluit want ik zit midden in de wolken. Tijdens de terugkeer zie ik 2 zwevende arenden boven de vallei cirkelen. Ze laten zich meedrijven op de luchtstromen en kunnen zo, zonder inspanning, hoger en lager vliegen op zoek naar prooi. Prachtige dieren. Zo, voorlopig genoeg Luchon. Er zijn hier nog meer valleien te bekijken maar die ontdekkingen hou ik (misschien) voor volgend jaar. En ik krijg het bizarre idee om Lourdes eens te bezoeken nu ik toch in de buurt ben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten